2: Rekenmodules in SWAP
Het doel van de ontwikkeling van rekenmodules is de bepaling van het optimale beheer van KAD en van de effectiviteit van implementatie. Daarnaast kunnen met de rekenmodules klimaatscenario’s worden doorgerekend, zodat we het verschil kunnen laten zien in de hydrologie van een kavel met en zonder KAD-systeem. Om te beginnen echter zullen we de rekenmodules calibreren aan de hand van informatie op basis van de monitoring op de proefvelden.
De drie prototypen hebben ruim één jaar volledig gefunctioneerd in het veld, hetgeen een korte periode is voor een veldproef onder invloed van het weer. De rekenmodules zijn mede daarom gebruikt om te bepalen hoe de KAD-regelputten kunnen worden ingezet voor het reduceren van piekafvoeren en het verminderen van de wateraanvoerbehoefte. We hebben daarvoor steeds een periode van 30 jaar doorgerekend op dagbasis. De rekenmodules gaven duidelijk aan dat een substantiële reductie in piekafvoeren mogelijk is van respectievelijk 12%, 16% en 21% bij buien met een herhalingstijd van 10, 25 en 100 jaar. Bij grotere herhalingstijden (=meer extreme buien) is het positieve effect van KAD dus sterker.
Er zijn locatie-specifieke verschillen, waarbij de condities te Marwijksoord door de aanwezigheid van ondiepe keileemlagen en wegzijging naar het grondwater, KAD minder effectief maken. Deze locatie-specifieke verschillen in de bodem kunnen ertoe leiden dat KAD minder effectief is in het feitelijk vasthouden van water, vanwege bijvoorbeeld een diep zandpakket ter plekke. Als er in algemene zin minder water vastgehouden kan worden is KAD minder effectief voor zowel het waterschap (‘KAD tegen wateroverlast’) als ook voor de agrariër (‘KAD voor water voor het gewas’). Precies in gelijke mate zal dat niet zijn, wel in behoordelijk gelijke mate. Te Marwijksoord specifiek zal KAD met name minder effectief zijn voor de agrariër, omdat het grootste deel van het neerslagoverschot meestal ten gunste komt van de aanvulling van het regionale grondwater, en niet in het open water belandt.
De effecten van verminderde wateraanvoerbehoefte zijn ook bepaald met de rekenmodules. Gezien de doelstelling van het project is hier een wat beperktere analyse naar gedaan, maar de resultaten laten zien dat in droge jaren deze wateraanvoerbehoefte tot maximaal 70 mm/jaar kan worden verminderd. Voor gemiddelde jaren is deze reductie van wateraanvoerbehoefte echter minder, meestal 30 tot 50 mm/jaar, ongeveer overeenkomend met een à twee beregeningsbeurten.
Deze bovengenoemde positieve effecten van KAD zijn te bereiken door een standaard sturing van de KAD put toe te passen. Het is waarschijnlijk dat een meer specifieke sturing, per locatie en per neerslaggebeurtenis, betere effecten zal laten zien van piekafvoerreductie en verminderde wateraanvoerbehoefte.
Voor de rapportage van Werkpakket 2, zie beneden.